Piep, piep, piep, piep ... Slaperig probeer ik te achterhalen wat dat irritante geluid is. Ik sla wat op het nachtkastje, en jawel, het gepiep stopt. Sneller dan ik had verwacht begreep ik wat er aan de hand was. Het was zover! De reis naar Zweden kon beginnen. Het is 1:30 uur, en toch voel ik me klaarwakker na een korte nachtrust. Alles wat ik nodig dacht te hebben had ik de avond tevoren reeds klaargezet. Kleren aan, tanden poetsen, haar in de krul en wachten tot Wout met Sander voor de deur staat. Dat duurt niet lang, alles wordt ingeladen en dan kan de lange reis echt beginnen. Eerst naar Wirdum om Cantor en Dennis op te pikken. De reis voorloopt voorspoedig, dankzij Tomtom. Een vriendelijke vrouwenstem met de naam Eva leidt ons feilloos naar het adres waar we moeten zijn. Dennis staat al klaar, Cantor komt aanlopen en zelfs de vrouw en zoon van Cantor hebben de moeite genomen om ons uit te zwaaien. Na een laatste bak koffie stel vertel ik Eva dat we naar Zweden moeten. Tranås om precies te zijn, want dat stond zo in de route beschrijving die Gary ons had gestuurd. Dat is geen probleem voor Eva, zij kent de weg in heel Europa. Niet veel later geeft ze ons de eerste aanwijzigingen.
We rijden om en om, discussiëren over welke muziek er gedraaid moet worden en hoeveel vissen we gaan vangen, maken regelmatig een tussenstop en gooien de bus in Duitsland nog even vol met diesel. Na een uurtje of 7 komen we aan in Puttgarden, waar we de eerste boot moeten hebben. Alles verloopt redelijk voorspoedig, op flink wat oponthoud op de autobahn na. Wegwerkzaamheden zorgen er voor dat we nu al achter lopen op ons tijdschema. De bootreis verloopt vlekkeloos en al snel rijden we door Denemarken, waar we weer op wegwerkzaamheden stuiten. We verwachten een tweede boot, maar Eva heeft bedacht dat we over de tolweg gaan. Ook goed, we komen er evengoed wel. Alleen jammer dat we al voor de tweede boot hebben betaald. Eind van de middag zitten we op de weg naar Tranås, hier moet volgens de routebeschrijving een afslag ‘Berget’ zijn. Op elk bord langs de weg verbeelden we ons het verwachte woord te lezen, maar telkens staat er wat anders. Cantor springt bij elk stukje water op, en wordt helemaal wild bij de gedacht aan al die snoeken die daar moeten huizen. Maar de verwachte afslag blijft uit. Toch Gary maar even bellen. Terwijl ik uitleg bij welke afslag we staan, probeert Gary hard te bedenken waar we in godsnaam zijn. Snel komen we er achter….. we moeten in Eksjö zijn, en dat ligt aan de weg naar Tranås. Alleen zijn er meerdere wegen naar Tranås. Wij zitten op de verkeerde, en hebben hiermee naar schatting een uurtje of twee om gereden. Enkele kwade blikken richting Markjan geven aan dat men hier niet blij mee is. Markjan probeert zich er nog uit te lullen door Eva de schuld te geven, maar als we eenmaal de juiste afslag hebben gevonden is alle leed al gauw vergeten. Niet veel later staan we op een schitterende locatie oog in oog met Gary en zijn twee zoons.
We gaan nog even op bezoek bij Matz, eigenaar van de locale viswinkel en goede vriend van Gary. Speciaal voor ons heeft hij de winkel open gehouden. We kijken rond, vergelijken prijzen en laten ons adviseren over welk kunstaas in Zweden het beste presteert. Om geen enkel risico te nemen schaffen we enkele toppers aan, en vertrekken weer richting thuisplaats. We krijgen een Zweeds gerecht voor geschoteld, dat bijzonder lekker is. Drinken nog wat biertjes, maken nader kennis en genieten alvast van wat ons nog te wachten staat. Niet al te laat zoeken we ons bedje op, om de volgende ochtend vroeg weer fris en fruitig aan het ontbijt te kunnen verschijnen. En de volgende ochtend is er al snel…. Veel sneller dan ons lief was. Maar de gedachte aan wat gaat komen, de schitterende omgeving en de gastvrijheid van Gary maken het opstaan wat gemakkelijker. We eten ons ontbijt in de gezamenlijke ruimte van Bergets sportfiske, krijgen vast wat informatie en gaan op pad naar onze eerste bestemming in Zweden.
Als we aankomen op de plek van bestemming loopt het kwijl ons uit de monden. Wat een schitterend water, wat een prachtige omgeving en vooral, wat een rust! Als je hier stil bent, dan is het ook echt stil. Dat maak je in ons eigen kikkerlandje niet veel mee. We zoeken ieder een boot uit en gaan al roeiend op pad. Ik zal hier niet teveel over uitweiden, want zo goed als Cantor het al heeft omschreven in zijn verslag kan ik dat toch niet. Wat ik wel kan zeggen is dat de strijd redelijk gelijk op gaat. Er wordt in alle boten snoek gevangen, niet groot, maar toch… snoek is snoek! Tegen de middag zoeken we de kant op en roostert Gary hotdogs. Ze smaken uitmuntend en we spreken de vangsten nog even door. We wisselen van samenstelling en ieder met een andere partner varen we al snel weer af om de snoeken het leven zuur te maken. De middag brengt ons nog wat snoeken, maar de echt grote blijven uit. Het kan ons niets schelen, de ambiance maakt alles goed. Via de walkie talkies houden we contact en worden er grappen over en weer gemaakt. We leren elkaar al snel kennen en het is erg gezellig met z’n allen.
Moe van het roeien trekken we het einde van de dag weer terug naar onze thuislocatie waar we aan de bar een grote pan kippenvleugeltjes meester maken onder het genot van een alcoholische versnapering. We bekijken nog een DVD over het jerken, en verbazen ons over de snoeken die we over het beeld zien vliegen. Helaas verstaan we niets van de tips, want die zijn netjes in het Zweeds, en dat is niet mijn sterkste taal. Deze avond leren we ook de vrouw van Gary kennen, en zij blijk al net zo gastvrij te zijn als de rest van de familie. Het is een gezellige avond, maar we moeten toch maar naar ons bedje toe. Sander en cantor besluiten weer vroeg op te staan om te gaan vliegvissen. De anderen lijkt het beter om een extra uurtje slaap te pakken, zij verschijnen om 8:30 aan het ontbijt om daarna het vliegvissen onder de deskundige leiding van Gary onder de knie te krijgen.