Kunstaasvissen vanuit de boot is een breed begrip maar laten we het eenvoudig houden en in verschillende delen uiteenzetten. We gaan het hier hebben over snoekvissen vanuit de boot en de technieken van vissen , de hengels en natuurlijk de verschillende soorten kunstaas. Het eerst noodzakelijke is natuurlijk een boot met goede vaar en drift eigenschappen. Hiervoor is een boot met V vorm en een kiel het meest geschikt. Deze boot is koersvast en wel belangrijker nog maakt een mooie drift zonder al te veel bij te sturen of af te remmen. Een boot die plat op het water ligt is met een beetje wind vaak onhandelbaar. Een trailer geeft je een enorme bewegings vrijheid om te vissen op veel verschillende wateren. Stem je trailer wel goed af op de boot want anders wordt het een probleem om er veilig mee te kunnen rijden.
Een fishfinder is op de boot een onmisbaar instrument en dan niet in het bijzonder om vis op te sporen. De fishfinder wordt gebruikt om op de juiste diepte te vissen, onderwater obstakels en taluds op te sporen of juist een onregelmatig bodemverloop te volgen. Allemaal plekken waar onze vriend(in) snoek zich thuis voelt. Een snelheidsmeter en temperatuurmeter op de fishfinder is handig maar niet echt noodzakelijk al zul je de juiste snelheid van trollen een beetje moeten zoeken. Een electromotor is een handige hulp bij het driften. Aan iedere zijde van de boot een paar goede hengelsteunen maken voor ons de boot compleet om er mee te vissen, al zul je wellicht in de toekomst de boot verder inrichten om van alle gemakken voorzien te zijn. Denk hierbij aan een paar goede bootstoelen, niet onbelangrijk als je de hele dag moet zitten. Denk ook aan je eigen veiligheid zoals een brandblusser en reddingsvesten, is zelfs verplicht bij snellere boten (20km per uur). En in dat geval heb je zelfs ook nog een vaarbewijs nodig.
De techniek van vissen bestaat uit werpen, trollen en zelfs verticalen. Het werpen doen we vanuit een driftende boot of op de electromotor. Het werpen doen we in de richting welke de boot opgaat, zo vissen we nooit iedere keer dezelfde worp af en houden we meer controle over het kunstaas. Het kunstaas waarmee we gaan werpen bestaat uit jerkbaits, pluggen, softbaits en natuurlijk spinners en lepels. Het jerkbait vissen vraagt om een goede controle van de boot om de jerkbait goed hun kunstjes te laten doen. Om een jerkbait goed te vissen moet de drift van de boot langzaam zijn. De diepte waarop we met jerkbaits vissen bedraagt meestal tussen de 1 en 2 meter omdat deze aasjes meestal niet diep lopen. Uiteraard kunnen we ook met zinkende jerkbaits vissen en deze op diepte laten komen maar dan is enige ervaring in het jerkbait vissen wel nodig omdat we ons aasje dan niet meer kunnen volgen. Pluggen en spinners zijn makkelijker te vissen omdat deze aasjes zelf hun werk al doen. Maar schroom ook hier niet om te varieren in snelheid en ritme omdat dit de vangstkans alleen maar verhoogd.
Met pluggen kunnen we al wat dieper gaan omdat deze door de duiklip zelf op diepte komen en vissen we tot dieptes van vijf meter. Ook spinners en lepels vissen we tot deze diepte omdat we dieper het contact met deze aasjes verliezen. Gaan we het dieper zoeken dan schakelen we over op softbaits. Werpend kunnen we deze aasjes op iedere diepte aanbieden. Varieren in manier van binnenvissen is vaak de sleutel tot succes. Ga ook eens verticalen met grote softbaits, de drift van de boot mag dan best snel gaan. Hef de hengel gerust tot een meter op en dan weer aan een strakke lijn laten zakken op de bodem. De hengels hebben een lengte van 1.90 tot 2.10 meter want een langere hengel werpt niet prettig vanuit de boot. Een jerkbaithengel van 40 tot 60 gram en een baitcaster van 20 tot 40 gram stellen ons in staat om al deze kunstaas vormen te bevissen. Natuurlijk kan een spinhengel met molen in deze classe ook het werk doen. De voorkeur voor reel of molen is voor een ieder persoonlijk en hebben allebij hun voor en nadelen. De lijn is natuurlijk een dynemaa lijn want deze lijn is in de moderne kunstaas visserij onmisbaar. Hoge trekkracht in combinatie met een dunne diameter, maar ga ook hier niet voor super dunne lijnen maar houd het zo rondt de 20 honderste. Het grootste voordeel van deze lijnen is dat ze rekloos zijn en we dus het optimale contact met ons kunstaas hebben.
We gaan nu trollen met kunstaas en wel met vier hengels, Twee aan iedere kant van de boot. Wie denkt dat trollen een beetje rondvaren met enkele aasjes achter de boot veel vis in de boot zal brengen kan bedrogen uitkomen. Ook hier zul je moeten weten waar je mee bezig bent om kans te maken een mooie snoek te vangen en om niet constand dure pluggen te verspelen. Ook hier is de fishfinder eigenlijk een onmisbaar instrument om steeds de juiste diepte aan te houden. Trollen doen we met wat grotere pluggen omdat deze best wel op mogen vallen. Ook grote shads shads blijken vaak hun werk goed te doen. Bucktail spinners zijn ook zeer geschikt om achter de boot te slepen maar kleine spinners zijn minder geschikt omdat deze vaak gaan tollen. Grote lepels gaan we inzetten als we uiters langzaam varen omdat deze anders hun werk niet goed doen. We vissen dus ieder met twee hengels aan een zijde hiervoor gebruiken we een 2.70 meter lange hengel voor in de steun. De handhengel houden we zo rond de twee meter.
We gaan nu maar eens vissen en zoeken hierbij het talud op en proberen deze op een constante diepte te volgen. Houd wel rekening met andere scheepvaart want je ben wel minder wentbaar. Ga er vooral niet vanuit dat je voorrang krijgt want andere schepen snappen vaak niet wat je aan het doen bent. Aan de steunhengel doen we een plug die zijn werk op half water doet, de handhengel voorzien we van een shad en vissen we tot tegen de bodem. Zo vissen we twee waterlagen af en kunnen we door de handhengel op te heffen kleine diepte verschillen overbruggen zonder vast te lopen. Mochten we eventueel vast lopen dan varen we in tegenover gestelde richting terug en hierdoor zal het kunstaas meestal wel weer los komen. Doordat de beide kunstaasjes hun werk op twee verschillende dieptes doen zullen ze elkaar ook niet raken als we onverhoopt een bocht moeten draaien om bv. het talud te blijven volgen. Varieer bij het uitblijven van aanbeten er gerust op los met verschillende aasjes want sommigen springen er van dag tot dag ver bovenuit. Ook de snelheid van trollen scheelt soms van dag tot dag maar met een gemiddelde snelheid van 3 tot 4 km per uur zit je vaak goed. Bij een aanbeet houden we de kracht op de hengel totdat de andere hengels binnen gedraaid zijn. Als je met z’n tweeén vist dan is het vanzelf sprekend dat bij een aanbeet de partner de overige hengels binnnendraaid en de besturing van de boot regeld. Zo kan de vanger zich volledig concentreren op de dril.
De vis landen is heel anders dan vanaf de kant omdat we vanuit een drijvende boot de vis binnen moeten halen. Land de vis aan de zijde van de boot waar de wind op staat want zo houd je de vis makkelijker bij de boot. Het landen kan op drie manieren gebeuren en wel met de kieuwgreep, het net of de bogagrip. Het landen met de kieuwgreep vereist enige ervaring en is niet altijd ongevaarlijk ivm. de meerdere dreggen die los rond de bek van de vis hangen. Ga de kieuw binnen aan de andere zijde dan waar het kunstaas zit, zo geven de losse dreggen geen probleem. Het net bied een veiliger alternatief, neem hiervoor wel een groot rubberen net want hierin blijven geen dreggen zitten. De bogagrip is een optie voor moeilijk gehaakte kleine snoek maar bij grote zware vissen totaal ongeschikt
Ik hoop dat ik je hiermee op weg geholpen heb in de wereld van het kunstaasvissen vanuit de boot. Het is een schitterende visserij waarbij er altijd wel onverwachte dingen gebeuren. Ook de vrijheid die je hebt in de verschillende manieren van vissen zal je nooit vervelen.
Vang ze maar zet ze bovenal weer levend en wel terug!
Pieter Nederlof.