Bijzondere dagen worden vaak ver van tevoren gepland. Althans. Het plan is dan om een bijzondere dag te plannen. Maar vaak zijn er natuurlijk onvoorziene omstandigheden. Het plan was om met de vlieghengel op snoek te gaan vissen. En het bijzondere zou dan zijn dat ik mijn eerste snoek op de vlieghengel zou vangen. Natuurlijk, indien het zou lukken. De afspraak was al een maand geleden gemaakt. In de uitgekozen polder mag pas op 1 november worden gesnoekt. Daarvoor is het gesloten seizoen voor snoek in deze polder. De vissen zouden dus wel eager zijn. Een heel half jaar was er niet op snoek gevist en dan zou ik langskomen om de losliggende vissen even te vangen. Hele horden zou ik even vangen.
Ach ja. Dromen zijn bedrog. Indien je op 1 oktober een dagje plant en vervolgens is het weer op 1 november in een diepe depressie, dan weet je dat het anders zal gaan lopen dan gehoopt. Maar vangen is voor mij vaak bijzaak. Het gaat toch ook om je vismaten en de gezelligheid. En vooral twee ervan keek ik naar uit. Bert en Marc. Ervaren halve kip-zwiepers. Ik had ze al een behoorlijke tijd niet gezien en keek vooral daarom ook extra uit naar deze dag. Naast Bert en Marc waren er nog twee vliegvissers bij. Ik kon dus mijn borst natmaken. Dit laatste zou gezien de over ons land trekkende depressie en de bijbehorende regen vanzelf goed komen.
Om tien uur, na het bekende handen schudden en na de koffie, stonden we aan de waterkant. Marc en vooral Bert zouden zich om kneusje Bas ontfermen. Maar gelukkig vooral met raad en niet, zoals ik wel eens eerder heb meegemaakt, door aan mijn armen te rukken en te vertellen hoe je moet zwiepen. Iets wat mij namelijk in het geheel niet interesseert. Voor mij geen droog oefenen en sexy loops. Voor mij efficiëntie. En dat is ook het credo van Bert en Marc. Die sexy loops komen later wel indien het je pakt, is hun mening. Bert had zelf zo iets dat ik maar met de jerkhengel moest beginnen. Hij heeft het niet gezegd, maar ik vermoed dat hij rekening hield met een gedemotiveerde beginner gezien windkracht 7 en gezien de windrichting. Bijna alle sloten moesten recht tegen de wind in worden bevist. Na 5 worpen hield ik het voor gezien met de jerkhengel. Ik had er geen goed gevoel bij omdat ik nu eenmaal als doel had mijn eerste zwiepsnoek te vangen. Ik vroeg en kreeg dus de beloofde zwiephengel, volledig opgetuigd. Hoe makkelijk kan het je gemaakt worden. Bewust ging ik op een plek oefenen vol in de wind. Er lag een brug naast, dus ook onder die brug werpen kon ik uitproberen. Na 10 worpen hield ik het voor gezien. Oefenen is niets voor mij. Ik trok de stoute schoenen aan (in dit geval waren het trouwens laarzen) en ging proberen een snoek te scoren. Ondertussen bleef Bert wel in de buurt. Het zal hem best een snoek hebben gekost, denk ik. Maar volgens mij had ook hij als doel dat ik mijn eerste kipsnoek zou vangen vandaag.
Het was de eerste dag dat op dit water mocht worden gevist en de gedachte dat de snoek los zou liggen kwam absoluut niet uit. Er volgde bij mijn 4 medevissers af en toe wel een volger en zelfs een flauwe aanbeet, maar de hele morgen werd niets gevangen. Door niemand van de 4. Mezelf rekende ik gemakshalve maar niet mee als potentiële vanger. Misschien aan het eind van de dag een gelukssnoekje, of zo. Je ziet dat doelen snel worden bijgesteld. Maar wat wil je. Constant tegen de wind in zwiepen, windkracht 7. Ik geef het je te doen. Ik heb er nu RSI van. Door heel mijn lichaam. Van het puntje van mijn teennagel tot de topjes van mijn hoofdhaar. Zelfs de stukken haar die ik zaterdag bij de kapper achterliet hebben nu RSI.
Uiteindelijk was het dan toch Bert die de eerste vis van de dag ving. We waren van de nul af. Geen grote snoek, maar beter dan niets en ik was er getuige van. Foto en terug. Rond een uur of 1 besloot Bert even een ander slootje aan te doen. Ik mocht mee. Er was daar daadwerkelijk een vreselijke jachtpartij aan de gang. We konden minimaal 4 snoeken onderscheiden. Maar waarschijnlijk waren het er meer. Telkens zagen wij het water uiteen spatten door vluchtende witvis rond een dikke kolk. Maar alle streamers werden genegeerd. Ik had nog kunnen denken dat het aan mij lag, maar ook de streamers van Bert werden genegeerd. De vissen wilden niet. Uiteindelijk heb ik de jerkstok even gepakt om te kijken of ze dat wel wilden. Inderdaad. Eén van de snoeken liet zich verleiden. Maar dat was ook alles. De snoek lag gewoon muurvast. Ongelofelijk, eigenlijk gezien de rustperiode tot 1 november. En ook gezien de jachtpartij die hier aan de gang was. Bert en ik waren het er over eens. Deze snoek konden we niet tellen. Terug bij de anderen hoorden we verheugend nieuws. Er was één snoek bijgevangen door één van de andere vissers.
Ondertussen begon het steeds harder te waaien en te regenen. Het werd pas echt beestenweer. We bleven allemaal stug doorzwiepen. Vol bewondering zag ik Marc en Bert ondanks de harde wind hun streamer bij elke potentiële ligplaats laten landen. Niet dat het vis opleverde, maar het gaf wel aan dat het voor mij erg moeilijk zou worden mijn doel te realiseren vandaag. En dan komt daar de plek der plekken. Het was op een mooie kruising van sloten. En er lag een echte polderbrug bij. Ik haalde uit met de zwiepstok en zag mijn streamer pardoes onder de brug verdwijnen. Diep onder de brug. Mijn ogen rolden zowat uit mijn hoofd van verbazing. Ik begon binnen te strippen. De streamer kwam in zicht en direct verdween deze ook weer uit zicht. Een snoek had besloten vol voor de streamer te gaan. Ik harkte aan alsof het een jerkstok was… Fout… De vliegenlat had natuurlijk geen body om de haak te zetten. Dat moet je gewoon met de hand doen, maar hoe negeer je aangeboren reflexen? De snoek hing zeker 3 seconde maar loste toen.
Dit was hem. Mijn kans op succes. Maar ik dacht toen nog dat mijn kans verkeken was. Marc had het allemaal in de gaten en gaf de tip vanaf de andere kant onder de brug te gooien. Ik ben altijd geneigd mijn eigen ding te doen, maar Marc kreeg gelijk. Op de andere oever kon ik veel makkelijker onder de brug gooien. Nu zag ik ook dat er achter de pijler een mooie uitsparing zat. De wind zorgde er voor dat de streamer daar landde. Na één strip knalde de snoek er weer op en weer loste de vis. Voor mij was nu duidelijk dat ik het helemaal kon vergeten.
Tegen beter weten in zwiepte ik de streamer nog een paar maal onder de brug. En zowaar. De snoek kwam nog een keer. Niet dat ik het deze keer zag, maar ineens werd de streamer tegengehouden en ik zag zelfs de hengel krommer gaan staan. De snoek zwom dus inmiddels van me af en ik haalde deze keer wel uit met mijn hand. De haak werd gezet en de dril begon. Ik was verplicht op de hand te drillen, want ik had een reel voor een linkshandige. Niet dat ik daar mee zat, want zo kreeg ik direct een gevoel hoe dat is. De snoek liet me een tijdje alle hoeken van de waterkruising zien. Telkens kwam de snoek voor de kant, maar telkens ook kon de snoek door de actie van de hengel heen breken en weer richting overkant sloot wegzwemmen. Dat is wel even anders dan met een jerkpook. Deze snoek had dan absoluut geen kans gehad. Maar uiteindelijk werd de snoek door Bert uit het water gepakt. Het was eigenlijk best een redelijke snoek. Later bleek het zelfs de grootste van de dag. De snoek had een softanon bekje. Misschien wel de reden dat ik hem zelf veel kleiner inschatte. Maar ze haalde exact de 80 cm. Niet verkeerd om mee te beginnen. De snoek werd weer teruggezet en ik was blij.
5 minuten later hing bij mij de volgende vis. Ook deze werd geland. In een striemende regen en wind werd ik met deze snoek op de foto gezet. Het was absoluut onmogelijk mijn ogen open te houden. Maar dat was eigenlijk ook al zo bij de eerste vliegvissnoek die ik ving. Even later werd door een andere visser nog een snoek gevangen. Vreemd toch. Uren en uren is het niets en dan komen ineens 3 snoeken in zeer korte tijd in het water.
Het weer was zeer deprimerend en demotiverend. Inmiddels waren we allemaal in mindere of meerdere mate nat. Maar ik had er absoluut geen last van. In plaats van nat was ik gemotiveerd tot op het bot. Maar het was toch tijd om te stoppen. Op een visdag moet iedereen zich wat mij betreft goed voelen. Bij de koffie kreeg ik te horen dat de beginner, de newbee, de novice, de trainee de rest er had uitgevist. Ik weet wel beter. De heren hebben er alles aan gedaan om mij die eerste snoek te laten vangen. Het enige dat van toepassing was is dat ik een lucky basterd ben. En blij bovendien. Bij tijd en wijle heb ik me ook helemaal stuk gelachen. Het was weer eens super gezellig en de dag had weer alles dat een visdag geslaagd maakt.