Nederland rivieren land. En dat geldt voor mij nog een beetje meer dan voor veel andere Medelanders. Niet alleen ben ik schipperskind en liggen mijn water roots er, maar ik woon ook nog eens midden tussen de grote rivieren. Prachtige snoeken huizen er. Snoekbaars ook. Winde en natuurlijk mijn favoriet de roofblei. Echter, gaat dit verslag over een andere rover die er niet weg te denken is. In deze vaak barbaarse omgeving is de meest charismatische rover te vinden: Barbaarse baars.
[youtube=kEGYgi_CrPQ]
Als bijvangsten komen er veel 30ers uit. Vaak in dubbelvangsten, want het zijn echte scholenbaarzen.
We hebben het hier over het gericht vissen op grote baars. 45+ indien mogelijk. In de scholen zul je ze zelden vinden. Het zijn eenlingen en daar is een reden voor. 45+ baarzen hebben toch wel massa. Zeker indien je het vergelijkt met de alom vertegenwoordigde scholenbaas: De baarsjes van rond de 35 cm. Deze jong volwassenen hebben nog veel jeugdige explosieve power. Daarbij zijn de vissen lichter dan de barre baarzen waar we gericht op vissen. De zware jongens hebben tussen zo'n school schavuiten minder kans om aan voedsel te komen.
Het is daarom veel meters maken. Daarbij is de boot een onmisbaar attribuut. Simpelweg omdat vanaf de kant de benodigde meters niet kunnen worden afgelegd. De boot wordt in de trolstand gezet en daarbij worden de pluggen van 10 tot 12 cm tegen de bodem aangeboden. Indien er een barbaars opklapt op de rivier dan ontstaat er toch wel een mooi gevecht. Dit soort grote baarzen weten de hengel krom te krijgen, soms zelfs lijn te nemen en standaard duiken de beesten in de buurt komend onder de boot.
Bij deze visserij komt het aan op details. Een aantal zal ik benoemen. Echter, heb ik deze visserij mogen leren met dank aan vismaat en vriend Jouke Timmer. Zelf voel ik me er nog een beginner in. Ook vind ik het niet netjes om met de veren van een ander te pronken. Vandaar dat ik het laat bij algemeenheden.
De pluggen worden constant tegen de bodem tikkend aangeboden. Echter is het niet de bedoeling dat een nieuwe vaargeul wordt getrokken met de plug. Het is daarom constant de dieptemeter in de gaten houden. En de dijkdiepte reguleren. En dit gaat zo de hele vissessie door. Het is daarom geen visserij waarbij een bijhengel wordt gebruikt en de visserij is intensief. Verslapt de aandacht, dan zullen de vangsten teruglopen. Ook zal veel meer kunstaas worden geofferd aan de compromisloze bodem van de rivier.
We gebruiken niet bepaald de standaard grootte voor wat al "baarsplug" wordt bestempeld. Daarbij gebruiken we dieplopers in volle stroming. Dit noodzaakt toch wel om hengels te gebruiken met een werpgewicht van 40 gram. En zoals eerder beschreven weten de grote baarzen deze hengels zonder probleem rond te krijgen.
Waar de vissen verblijven is altijd een mysterie. Waarom zijn sommige stukken altijd goed, sommige nooit en sommige soms? Ik kan het niet altijd verklaren. Ik weet wel dat goede stekken nooit het zelfde zijn. Ik kan er dus niet veel over zeggen. Gaat heen en ontdek. Wat dat betreft heb ik het makkelijk gehad. Jouke wist de weg al lang voordat ik met deze visserij in aanraking kwam.
Het hele verslag kan verder vol worden gestopt met dikke baarzen, maar de baars op zich maakt deze visserij voor mij niet zo aantrekkelijk. Het is vooral de eerder gememoreerde intensieve manier van vissen met de onvoorspelbaarheid van de rivier. Met deze visserij kan elke rover worden verwacht. De meest voorkomende bijvangst is toch wel de snoekbaars. Deze vanpier van de diepte laat zich regelmatig gelden.
Snoekbaars laat ons regelmatig genieten door de hengels flink krom te trekken en af en toe door de slip te vliegen.
Van mij kunnen deze vissen niet vaak genoeg aan de hengel gaan hangen. En dat gebeurt ook. Eigenlijk had ik kunnen schrijven dat we gericht op snoekbaars vissen met pluggen. Zo vaak wordt er snoekbaars geklatst.
We gebruiken altijd een dun stalen onderlijntje en dat is niet voorniets. Op de rivier huist snoek en regelmatig gaat zo'n monster aan de hengel hangen. Daarbij gaat regelmatig de hengel krom tot in het handsvat en giert de lijn van de molen. De strijd is vaak hard en voorzichtigheid blijft geboden, want als lijndikte gebruiken we 10/100 dyneema.
Snoek laat ons echt vaak jubelen. Zo ook deze juweel die Jouke mocht haken. Deze snoek bleef gaan.
En over stekken gesproken. Het kan soms vreemd gaan De snoek van deze foto kwam op de meter nauwkeurig van de zelfde stek als de snoek die ik als "The beast" betitelde. Hier raast de stroming over een verhoging en precies achter de verhoging kleunde deze en The Beast op het aas. Normaal zou ik zeggen dat dit typisch een roofblei stek is. Echter hebben we die op deze plek nog niet gevangen.
En nu we het toch over de roofblei hebben... Ja, die worden regelmatig gehaakt. Garantie voor spectakel. En denk maar niet dat de vissen ondiep worden gevangen. De vis van bijgevoegde foto kleunde knetter hard op mijn op 6 meter diep aangeboden plug. De vis was niet naar boven te krijgen, maar moest zich na een lang gevecht toch gewonnen geven. YESSS!
We zijn er nog niet. Jouke probeerde ondiep een snoek te vangen. Gewoon als experiment tijdens het vissen op de rivier. Hoj had een bol plugje gemonteerd en deze liet hij lekker tegen de rivier keien dreunen. Vaak zat hij vast, maar 1 keer zat hij na een enorme klap vast aan een vis... Ik herkende het bonken op de hengel niet en toen ik vroeg wat het was vertelde Jouke: "Ik weet het wel, maar zeg niets!" Aldus mij nog nieuwsgieriger makend. Toen de vis in zicht kwam wa ik niet eens verbaast. Winde klapt soms enorm hard op de hengel, maar de dril stelt meestal niets voor.